Echter zit ik ernaast?

Iedereen die zich langere tijd met een vak bezighoudt, heeft stokpaardjes. Een van de mijne (ja, ik heb er meer), is het gebruik van echter aan het begin van de zin. Want dat gaat in mijn optiek vaak fout. Maar echt goed uitleggen, kan ik het niet. Dus wilde ik eens uitzoeken hoe het nou precies zit met dat echter. En dat leverde een verrassend inzicht op.

Echter ben ik van mening dat …

Ja, dat echter. Bij schrijftrainingen is er altijd wel een opdracht die een tegenstelling oproept, en een cursist die iets schrijft als ‘Echter ben ik van mening dat wij correct hebben gehandeld.’ Dat botst enorm met mijn taalgevoel. Ten eerste vind ik echter nogal formeel en ouderwets. In spreektaal komt het volgens mij weinig voor, maar op schrift gaan mensen het dan opeens wél gebruiken. Teksten worden daar wat mij betreft niet leesbaarder van. Maar een groter bezwaar zit voor mij in de woordvolgorde. Ik kan zeggen: ‘Echter, ik ben van mening dat wij correct hebben gehandeld’ of, nog liever: ‘Ik ben echter van mening dat wij correct hebben gehandeld.’ En ik vertel mijn cursisten dan ook altijd dat dat de enige juiste mogelijkheden voor het gebruik van echter.

Anglicisme

Maar toen ik me voor het schrijven van dit stukje eens wat meer ging verdiepen in dat echter bleek het toch wat genuanceerder te liggen. In de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS), waarin de hele Nederlandse grammatica is beschreven, staat: “Het gebruik van echter in de aanloop wordt door sommige taalgebruikers als een anglicisme en om die reden als niet correct beschouwd. Er hoeft geen bezwaar tegen gemaakt te worden.” Helaas is niet te vinden waar de schrijvers van de ANS zich op baseren, maar dat het bezwaar is dat het hier om een anglicisme gaat, lijkt me niet te kloppen.

Een snelle zoektocht op internet geeft geen resultaten waarin dit bezwaar genoemd wordt (behalve als iemand, ter ondersteuning van de ‘regel’ dat een zin nooit met echter mag beginnen, de ANS citeert). Bovendien komt na het Engelse however ook een komma en de gewone woordvolgorde: ‘However, there results are quite obvious.’ Ik zoek dus verder. Gezaghebbende adviessites als Taaladvies.net (van de Nederlandse Taalunie) en die van Onze Taal helpen me ook niet veel verder met frases als ‘niet voor iedereen aanvaardbaar’.

Jacob van Lennep

En dan stuit ik op een artikel van Joop van der Horst, uit het boekje ‘Met het oog op morgen’. Daarin schrijft hij dat echter in oudere teksten veelvuldig als eerste woord in de zin werd gebruikt. Hij geeft voorbeelden als ‘Echter kregen wij te vier ure een goed middagmaal en nette kamers’, uit het reisdagboek van Jacob van Lennep (1823) – toch niet de minste schrijver. Volgens Van der Horst is in de loop van de negentiende of twintigste eeuw iets veranderd in het gebruik van echter. Een verklaring heeft hij helaas niet.

Misschien is er sprake van een soort golfbeweging: eerst was echter aan het begin van de zin goed, toen werd het fout, en nu wordt het weer voor steeds meer mensen goed. Ik zal in elk geval mijn afkeuring van deze woordvolgorde wat moeten nuanceren.

Over de auteur

Aleid van de Vooren werkt als NT1-trainer voor Language Partners. Aleids missie is om mensen efficiënter te leren schrijven, zodat ze in minder tijd betere teksten kunnen maken.

Wil je je kennis van de Nederlandse spelling en grammatica opfrissen? Volg dan een Van Dale Taaltraining Correct Nederlands! 

Deze blog is oorspronkelijk gecreëerd en gepubliceerd door Language Partners.

Vorig artikel
Volgend artikel

Gerelateerde artikelen