Column van Remko Vermunt: Lettersoep

Al tien minuten staar ik naar mijn soep. Het is kippensoep en hij is extra lekker, want mijn oma heeft hem gemaakt. Niet uit een pakje of een zakje van Unox of Maggi, maar zelfgemaakte kippensoep. Normaal zou ik hem zo snel eten dat de blaren spontaan op mijn tong verschijnen, maar vandaag niet. Ik staar al minutenlang naar de soep, terwijl de geur mijn neusgaten penetreert. Warm is de soep niet meer. Zelfs niet lauw. Dat scheelt weer blazen, denk ik nog. Ik heb honger en het liefst eet ik de soep nu op. Maar ik wil het niet, ik kan het niet. De autist in mij kan het niet.

In de soep drijven letters, verschillende letters. En die letters mogen pas in mijn mond belanden als ik er een woord van heb gemaakt. Maar na tien minuten is er nog geen enkel woord de revue gepasseerd dat ik kan vormen met dit mengelmoesje. Er ligt een A, een P en een T én nog een A. Op de rand van mijn soepbord ligt een R die geen zin heeft in die natte soep en daar, precies in het midden, ligt de I. Al tien minuten staar ik naar de letters, met maar één vraag: welk woord kan ik hiervan maken?

Voorzichtig schep ik met mijn lepel een beetje soep in mijn mond. In de hoop dat het vocht mijn hersenen stimuleert, maar het tegendeel is waar. De letters komen haast niet van hun plek. Ik draai de lepel door de soep in steeds kleinere rondjes. Een vloeiende beweging van het vocht volgt, waardoor de soep bijna uit het bord klotst. De letters draaien, maar er is geen woord in te ontdekken. Steeds iets sneller gaat de lepel rond en steeds iets sneller golft de soep in de rondte.

P... ik moet beginnen met de P, bedenk ik me. Pitaar? Nee, dat is geen woord. Had ik maar een G, dan had ik een Gitaar. Vroeger speelde ik weleens vals, door bijvoorbeeld bij de letter R een pootje te amputeren zodat hij in een P veranderde. Vandaag speel ik niet vals. De letters draaien, ze vormen onbekende woorden en nog te ontdekken zinnen. De soep draait harder en harder en verandert in een draaikolk. De letters worden door elkaar gehusseld, nieuwe ronde, nieuwe kansen. Ik stop met draaien en de draaikolk spat uiteen. Een beetje soep kletst over mijn bord. ‘Zit je nou weer met je eten te spelen!’, roept mijn moeder boos. ‘Eet door!’ Snel zet ik het bord aan mijn mond en drink in één teug de soep uit het bord. Blij dat ik zolang heb gewacht, want de halflauwe vloeistof glijdt moeiteloos door mijn slokdarm.

‘Hé, jij bent een piraat’, roept mijn zusje, terwijl ze met haar vinger naar mijn bord wijst. Op het bord liggen de zes letters verbroederd naast elkaar: Piraat. Opgelucht haal ik adem, de autist in mij is ook weer tevree. Een voor een lepel ik de letters naar binnen. ‘Nog een kopje soep?’, vraagt mijn oma. ‘Ja, lekker.’

Remko Vermunt, blogger bij Frontaal

Dit artikel is ook te vinden op Frontaal.

Frontaal is er voor iedereen die met taal bezig is. Bewust of onbewust, met frisse of met tegenzin. Frontaal zoekt het speelse, creatieve en onverwachtse van de taal. Daarom in ieder geval maandelijks een verse taalhoroscoop. Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte.

Vorig artikel
Volgend artikel