Column van Marten van der Meulen: Nederlands wordt steeds Chineser
In het Nederlands kun je de overtreffende trap op twee manieren vormgeven: intenst en meest intens, rechtst en meest rechts. Nu is dit onderdeeltje van de Neerlandsche grammatica aan verandering onderhevig: het gaat namelijk naar de haaien. We zeggen namelijk steeds vaker meest uitzonderlijke enzo, in plaats van uitzonderlijkste. Tegenstanders zeggen dat dat komt door, hoe kan het ook anders, het Engels. Maar is dat ook zo? We zullen zien! Er is in ieder geval meer aan de hand dan gewoon domme mensen die fouten maken. We lijken te maken te hebben met een heuse paradigmashift!
Wat zijn de regels?
Het Nederlands kent twee systemen voor het vormen van de trappen van vergelijking. Aan de ene kant is er het 'gewone' systeem. Woorden krijgen dan in respectievelijk de vergrotende en overtreffende trap -er en -st achter het bijvoeglijk naamwoord, bijvoorbeeld hard - harder - hardst. Wanneer een bijvoeglijk naamwoord op -er eindigt, zoals lekker, voegen we een d'tje tussen: lekkerder (maar wel gewoon 'lekkerst').
In het andere systeem is gebruik je een extra woord voor de trappen van vergelijking: je voegt 'meer' of 'meest' toe. We gebruiken dit in speciale gevallen. Bijvoorbeeld wanneer het bijvoeglijk naamwoord op een -s of iets dergelijks eindigt (intens-st is niet uit te spreken, dus dan maar meest intens). Preciezere / meer precieze regels vind je hier en hier.
Nu kun je dat tweede systeem zien als uitzondering. Maar dat is niet zo! Het is óók hartstikke regelmatig. Het kwam tot nu toe alleen minder voor. Maar het zou kunnen dat daar verandering in aan het komen is...
Verandert het?
Dat weten we niet zeker. Daar zou iemand (bijvoorbeeld een taalwetenschapper, ik werp me op, maar moet eerst andere dingen doen) onderzoek naar moeten doen. “Ik hoor het steeds meer” is in dezen in ieder geval geen doorslaggevend argument. Stel, dat ik een zak zand tegen uw voordeur gooi. U zegt: “Goh, zand komt steeds meer voor in Nederland.” Nee. Dat heet anekdotisch bewijs, en is niet wetenschappelijk.
Er zijn mensen die zeggen dat de vermoede toename van systeem 2 door het Engels komt. Ook hier is geen bewijs voor. Het zou best kunnen dat er sprake is van invloed van het Engels, maar waarschijnlijk is dat niet. De variatie bestond namelijk al in het Nederlands. We hadden al twee systemen, en nu breidt dat ene systeem zich (vermoedelijk) uit ten koste van het andere. Dat dat in het Engels ook gebeurt, wil niet zeggen dat het Engels de oorzaak is van onze taalverandering.
Waarom verandert het?
Aangezien we nog niet eens zeker weten óf het verandert, is het wat betreft de reden ook nog speculeren. Maar deze ontwikkeling past wel heel goed in een patroon. Het zou kunnen dat dit een nieuwe uiting is van het feit dat het Nederlands steeds meer woorden los gaat maken van elkaar. Dat proces heet deflexie, en daar zijn we al eeuwen mee bezig. Deflexie is een soort secularisatie, maar dan van aanelkaargeschrevenwoorden.
Talen lossen woordvorming op verschillende manieren op. Sommige talen plakken heel veel aan elkaar (Turks is hier een voorbeeld van, zoals te zien is aan dit woord: Çekoslovakyalılaştıramadıklarımızdan), andere talen plakken juist heel weinig aan elkaar (Chinees is hier een voorbeeld van). Vroegah, zeg maar vóór Bonifatius en dat hele gedoe, werden in het Nederlands veel meer woorden aan elkaar geschreven. Later veranderde dat: we kregen hulpwerkwoorden, lidwoorden, en een vastere woordvolgorde. Nederlands gaat dus steeds meer op Chinees lijken. Hopen dat we dat schrift niet gaan overnemen…
Over de oorzaken van deflexie zijn wetenschappers het niet eens. Sommige deskundigen stellen dat losse vormen makkelijker te leren zijn dan uitgangen, met name voor mensen die een taal als tweede taal leren (jeweetzelf, naamvalsverbuigingen zijn niet te doen om te leren, maar woordjes stampen gaat best). Losse vormen zijn vaak duidelijker te horen, en dat zou ze dan makkelijker maken. Andere deskundigen zijn het hier dan weer totaal niet mee eens, dus onderzoek is nodig, wederom.
Is het erg?
Nee. De betekenis verandert niet, we kunnen nog steeds alles uitdrukken wat we willen, alleen met andere vormen dan voorheen. Je zou zelfs kunnen stellen dat het juist meer goed is als we álle vormen volgens het tweede systeem maken. Willen we dan geen eenheid in ons land, met één systeem voor de vorming van de overtreffende trap?
We kunnen ons dus weer wentelen in de wetenschap dat zelfs áls het verandert, dat niet erg is. Verandering is normaal. U praat toch ook niet zoals Karel ende Elegast?
Marten van der Meulen, mede-eigenaar 'De Taalpassie van Milfje'
Dit artikel is ook te vinden op de website van 'De Taalpassie van Milfje'.
Hebt u een artikel over taal dat u graag met anderen wilt delen? Stuur dit dan per e-mail naar redactie@vandale.nl