SpreekTaal 1 - audiobestanden

1. Praten over jezelf

1 - Hallo
2 - Taalriedel 2 - Hallo
3 - Waar kom je vandaan
4 - Het inschrijfformulier
5 - Taalriedel 1 - Het inschrijfformulier
6 - Dit is mijn dochter 1
7 - Dit is mijn dochter 2

Terug naar boven

2. Familie en vrienden

1 - Mijn familie 1
2 - Mijn familie 2
3 - Taalriedel 2 - Mijn familie
4 - Feest
5 - Een vriend van vroeger
6- Taalriedel 1 - Een vriend van vroeger
7 - Geboren 1
8 - Geboren 2

Terug naar boven

3. Eten en drinken

1 - Koffie met gebak 1
2 - Koffie met gebak 2
3 - Taalriedel 1 - Koffie met gebak
4 - In een cafe 1
5 - In een cafe 2
6 - Wat zullen we eten 1
7 - Wat zullen we eten 2
8 - Taalriedel 2 - Wat zullen we eten
10 - Eet je gezond

Terug naar boven

4. Wonen

1 - Waar woon je nu 1
2 - Waar woon je nu 2
3 - Taalriedel 2 - Waar woon je nu
4 - In het huis 1
5 - In het huis 2
6 - Een nieuw huis
7 - Taalriedel 1 - Een nieuw huis
8 - De volkstuin

Terug naar boven

5. Vrije tijd

1 - Wanneer is de bruiloft
2 - Taalriedel 2 - Wanneer is de bruiloft
3 - Naar het zwembad 1
4 - Naar het zwembad 2
5 - In de bibliotheek 1
6 - In de bibliotheek 2
7 - Taalriedel 1 - In de bibliotheek
8 - Een dagje uit 1
9 -Een dagje uit 2

Terug naar boven

6. Kleding en uiterlijk

1 - Een nieuwe winkel 1
2 - Een nieuwe winkel 2
3 - Taalriedel 1 - Een nieuwe winkel
4 - Dat is een mooie stof 1
5 - Dat is een mooie stof 2
6 - Wassen en strijken 1
7 - Wassen en strijken 2
8 - Taalriedel 2 - Wassen en strijken
9 - Op voetbal

Terug naar boven

7. Leren

1 - Wat heb je geleerd 1
2 - Wat heb je geleerd 2
3 - Taalriedel 1 - Wat heb je geleerd
4 - Sportles 1
5 - Sportles 2
6 - Taalriedel 2 - Sportles
7 - Op de computer 1
8 - Op de computer 2
9 - Welke school 1
10 - Welke school 2

Terug naar boven

8. Kopen

1 - In de supermarkt
2 - Taalriedel 1 - In de supermarkt
3 - Wat heb je nodig
4 - Op de markt
5 - In de kledingzaak 1
6 - In de kledingzaak 2
7 - Taalriedel 2 - In een kledingzaak

Terug naar boven

9. Reizen

1 - Ik ga met de bus 1
2 - Ik ga met de bus 2
3 - Taalriedel 1 - Ik ga met de bus
4 - Op straat
5 - Met de auto of met de fiets 1
6 - Met de auto of met de fiets 2
7 - Taalriedel 2 - Met de auto of met de fiets
8 - Op reis 1
9 - Op reis 2

Terug naar boven

10. Het weer

1 - Wat een weer 1
2 - Wat een weer 2
3 -Taalriedel 2 - Wat een weer
4 - Het weerbericht 1
5 - Het weerbericht 2
6 - Taalriedel 1 - Het weerbericht
7 - Bijna lente
8 - Hoera vakantie 1
9 - Hoera vakantie 2

Terug naar boven

11. Gezondheid

1 - Ben je ziek
2 - Taalriedel 1 - Ben je ziek
3 - Bij de huisarts
4 - In de apotheek 1
5 - In de apotheek 2
6 - Taalriedel 2 - In de apotheek
7 - Bewegen is gezond 1
8 - Bewegen is gezond 2

Terug naar boven

12. Werk

1 - Waar werk je 1
2 - Waar werk je 2
3 - Taalriedel 2 - Waar werk je
4 - Ik doe vrijwilligerswerk 1
5 - Ik doe vrijwilligerswerk 2
6 - Op zoek naar werk 1
7 - Op zoek naar werk 2
8 - Taalriedel 1 - Op zoek naar werk
9 - Een aardige collega

Terug naar boven

13. Dag en tijd

1 - Hoe laat is het 1
2 - Hoe laat is het 2
3 - Taalriedel 2 - Hoe laat is het
4 - Elke maandag
5 - Taalriedel 1 - Elke maandag
6 - Wanneer ben je jarig 1
7 - Wanneer ben je jarig 2
8 - Te laat 1
9 - Te laat 2

Terug naar boven

14. Bellen

1 - Telefoon 1
2 - Telefoon 2
3 - Taalriedel 2 - Telefoon
4 - Voicemail 1
5 - Voicemail 2
6 - Voicemail 3
7 - Een nieuw mobieltje 1
8 - Een nieuw mobieltje 2
9 - Taalriedel 1 - Een nieuwe mobiel
10 - Even bellen 1
11 - Even bellen 2

Terug naar boven

15. Geld

1 - Hoeveel kost het 1
2 - Hoeveel kost het 2
3 - Taalriedel 1 - Hoeveel kost het
4 - Geld pinnen
5 - M'n tas is gestolen 1
6 - M'n tas is gestolen 2
7 - Taalriedel 2 - M_n tas is gestolen
8 - Zuinig met geld 1
9 - Zuinig met geld 2

Terug naar boven