Betekenis 'zwik'

Je hebt gezocht op het woord: zwik.

zwik (de; m; verkleinwoord: zwikje, zwikkie) 1(m.n. als verkleinwoord) spullen, mikmak, zootje: neem dat hele zwikje maar weer mee zwik·ken (zwikte, heeft, is gezwikt) 1knakken2een verdraaiing of verstuiking krijgen: mijn voet zwikte3een bep. kaartspel spelen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.