Betekenis 'zadel'

Je hebt gezocht op het woord: zadel.

za·del (het; o; meervoud: zadels) 1zetel (van leer) die op de rug van een rijdier past: stevig (of: vast) in het zadel zitten een bijna onaantastbare positie hebben2zitting op een (brom)fiets za·de·len (zadelde, heeft gezadeld) 1van een zadel voorzien: een paard zadelen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.