Betekenis 'verzekerde'

Je hebt gezocht op het woord: verzekerde.

ver·ze·kerd (bijvoeglijk naamwoord) 1vast overtuigd; = zeker: van iemands oprechtheid verzekerd zijn ver·ze·ker·de (de; m/v/x; meervoud: verzekerden) 1iem. die een verzekering (1) heeft ver·ze·ke·ren (verzekerde, heeft verzekerd) 1zeker maken: je kunt ervan verzekerd zijn dat …; iem. een onafhankelijk bestaan verzekeren waarborgen; zich ervan verzekeren dat de deur op slot is zichzelf daar zekerheid over geven door het te controleren; zich verzekeren van een goede plaats ervoor zorgen die zeker te krijgen2met klem verklaren: hij verzekerde mij dat hij onschuldig was3tegen vergoeding (premie) op zich nemen een in een polis genoemd risico te dragen: iem. verzekeren tegen diefstal4door het nemen van een verzekering veiligstellen: zijn huis verzekeren tegen brand; zich verzekeren tegen schade

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.