Betekenis 'tocht'

Je hebt gezocht op het woord: tocht.

tocht (de; m) 1koude luchtstroom: op de tocht zitten; op de tocht staan (a) op een winderige plaats staan; (b) gevaar lopen, zich in een zorgelijke toestand bevinden2(meervoud: tochten) het trekken naar een plaats of in het rond; = reis: een tocht door ons land maken; een stille tocht zwijgende optocht ter herdenking van slachtoffers toch·ten (tochtte, heeft getocht) 1trekken van de wind: wat tocht het hier!

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.