Betekenis 'spuit'

Je hebt gezocht op het woord: spuit.

spui·en (spuide, heeft gespuid) 1het water door een spuisluis laten aflopen2te kennen geven; = uiten: zijn kennis spuien spuit (de; v(m); meervoud: spuiten) 1cilinder met een of meer openingen aan het ene uiteinde, waardoor met behulp van een zuiger een vloeistof kan worden uitgeworpen als straal: een spuitje geven (a) een injectie geven; (b) (eufemisme) euthanasie plegen; brandspuit, injectiespuit spui·ten (spoot, heeft, is gespoten) 1met kracht uit een spuit naar buiten persen2spuitend verven: een auto spuiten3zichzelf met een injectienaald toedienen4met kracht naar buiten geperst worden

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.