Betekenis 'peuter'

Je hebt gezocht op het woord: peuter.

peu·ter (de; m/v/x; meervoud: peuters) 1kind van 2-4 jaar peu·te·ren (peuterde, heeft gepeuterd) 1met de vinger of een puntig voorwerp ergens iets uit halen: een knoop uit een touw peuteren2wroeten, prutsen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.