Betekenis 'lui'

Je hebt gezocht op het woord: lui.

1lui (meervoud; verkleinwoord: luitjes) 1mensen 2lui (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1afkerig van inspanning of werk: liever lui dan moe; een luie stoel gemakkelijkeeen lui oog afwijking waardoor één oog zich niet fixeert man (de; m; meervoud: mannen; verkleinwoord: mannetje) 1mens van het mannelijk geslacht2mens zonder onderscheid van het geslacht: we waren met acht man met ons achten; als één man allemaal tegelijk; met man en muis vergaan (van schepen) zinken, waarbij alle opvarenden verdrinken; met man en macht zo krachtig mogelijk; op de man af vragen rechtstreeks; op de man spelen (a) (voetbal) tegen een speler in plaats van de bal schoppen; (b) persoonlijke argumenten gebruiken in een discussie; iets aan de man brengen verkopen3echtgenoot: mijn man

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.