Betekenis 'koersen'

Je hebt gezocht op het woord: koersen.

koers (meervoud: koersen) 1(m) vaart, richting, m.n. van een vaar- of vliegtuig: koers zetten naar ernaartoe gaan; op koers liggen (a) (van een schip) in de juiste richting varen; (b) (figuurlijk) op schema liggen; een strakkere koers volgen feller, harder optreden2(m) marktprijs van munten, effecten enz.3(v(m)) wedstrijd, wedren; een gelopen koers een uitgemaakte zaak koer·sen (koerste, heeft, is gekoerst) 1de koers richten: dat schip koerst naar Java2aan een koers (3) deelnemen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.