Betekenis 'grootje'

Je hebt gezocht op het woord: grootje.

1groot (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord; vergrotende trap: groter, overtreffende trap: grootst) 1meer dan middelmatig, niet klein; ruim, lang, uitgebreid, uitgestrekt: een groot man voortreffelijk; een grote man lang; met groot genoegen veel 2groot (het; o) 1handel drijven in het groot op grote schaal groot·je (het; o; meervoud: grootjes) 1(informeel) grootmoeder

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.