Betekenis 'gezind'

Je hebt gezocht op het woord: gezind.

ge·zind (bijvoeglijk naamwoord) 1geneigd, gestemd: vijandig gezind zijn 1zin·nen (zon, heeft gezonnen) 1(+ op) peinzen over, denken aan: zinnen op wraak 2zin·nen (zinde, heeft gezind) 1aanstaan, bevallen: dat zinde hem niet

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.