Betekenis 'wezens'

Je hebt gezocht op het woord: wezens.

1we·zen (was, waren, is geweest) 1zijn, bestaan: bij wie moet u wezen?; ik ben wezen vissen heb gevist; hij mag er wezen (a) is goed voor zijn taak berekend; (b) is knap om te zien 2we·zen (het; o; meervoud: wezens) 1het essentiële; dat wat iemand of iets maakt tot wat die persoon of die zaak is, het belangrijkste kenmerk van iemand of iets2schepsel; er was geen levend wezen te zien3(in samenstellingen) alles wat het in het eerste lid genoemde betreft: bankwezen, loodswezen, muntwezen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.