Betekenis 'uitgezonderd'

Je hebt gezocht op het woord: uitgezonderd.

uit·ge·zon·derd (voorzetsel) 1behalve: alle dagen uitgezonderd maandag; niemand uitgezonderd uit·zon·de·ren (zonderde uit, heeft uitgezonderd) 1uitsluiten

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.