Betekenis 'thuiswerken'

Je hebt gezocht op het woord: thuiswerken.

thuis·werk (het; o) 1thuis verricht werk thuis·wer·ken (werkte thuis, heeft thuisgewerkt) 1betaald werk doen vanuit de eigen woning, m.n. met behulp van de computer

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.