Betekenis 'tel.'

Je hebt gezocht op het woord: tel..

tel (de; m) 1het tellen: de tel kwijt zijn het juiste aantal niet weten2kort ogenblik: twee tellen, ik ben zo terug!3seconde: drie tellen voorsprong(Nederland) (niet) in tel zijn (niet) populair zijn; (België) van geen tel zijn niet belangrijk zijn tel·len (telde, heeft geteld) 1getallen in opklimmende volgorde opnoemen2door tellen (1) het aantal bepalen3(laten) gelden: dit proefwerk telt dubbel4omvatten, bezitten: dit dorp telt achtduizend inwoners5van belang zijn: dat telt nietop je tellen passen oppassen wat je doet of zegt

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.