Betekenis 'houtjes'
Je hebt gezocht op het woord: houtjes.
hout (het; o) 1de harde stof waaruit bomen bestaan: die opmerking snijdt geen hout bewijst niets; uit het goede hout gesneden zijn geschikt zijn; van dik hout zaagt men planken gezegd als iets op een voortvarende maar grove manier wordt aangepakt; (België) niet meer weten van welk hout pijlen te maken wanhopig zijn, geen raad meer weten; dood hout (a) afgestorven takken; (b) (figuurlijk) overtollig personeel2een stuk hout¶geen hout niets
hou·ten (bijvoeglijk naamwoord) 1van hout
hout·je (het; o; meervoud: houtjes) 1stukje hout: op een houtje bijten niets te eten hebben; iets op (zijn) eigen houtje doen op eigen gezag
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.