Betekenis 'gepaard'

Je hebt gezocht op het woord: gepaard.

ge·paard (bijvoeglijk naamwoord) 1een paar vormend: gepaard rijm met op elkaar volgende rijmende regels2samengaand: de storm ging gepaard met slagregens het stormde en regende tegelijkertijd; dat gaat gepaard met grote risico's daar zijn grote risico's aan verbonden pa·ren (paarde, heeft gepaard) 1twee aan twee rangschikken2samenvoegen: hij paarde ijver aan nauwgezetheid3(van dieren, mensen) samenkomen om zich voort te planten

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.