Betekenis 'boeren'
Je hebt gezocht op het woord: boeren.
1boer (de; m/v/x; meervoud: boeren) 1iem. die een agrarisch bedrijf leidt; = agrariër: lachen als een boer die kiespijn heeft zuurzoet; wat de boer niet kent, dat eet hij niet afkeurend commentaar op iem. die al te kieskeurig is; de boer op gaan eropuit gaan om te verkopen, lezingen te houden enz.2(beledigend) iem. zonder manieren; = lomperd, kinkel3naam van een speelkaart: schoppenboer4(in samenstellingen) verkoper, leverancier: groenteboer, melkboer
2boer (de; m; meervoud: boeren) 1oprisping: een boer laten
1boe·ren (boerde, heeft geboerd) 1het bedrijf van boer uitoefenen: hij heeft goed geboerd heeft goede zaken gedaan
2boe·ren (boerde, heeft geboerd) 1een boer laten
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.