Betekenis 'Verliepen'

Je hebt gezocht op het woord: Verliepen.

1ver·lo·pen (verliep, is verlopen) 1verstrijken: er was een week verlopen; een ultimatum laten verlopen2zich afspelen, zijn beloop nemen: de bijeenkomst verliep volgens plan; de reis verliep zonder problemen3afnemen, verminderen: die winkel verloopt verliest zijn klanten 2ver·lo·pen (bijvoeglijk naamwoord) 1verstreken, voorbijgegaan2niet meer geldig: een verlopen paspoort3verloederd: een verlopen student4met sporen van een leven vol drank, drugs e.d.: een verlopen gezicht

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.