Betekenis 'Koppeltjes'

Je hebt gezocht op het woord: Koppeltjes.

1kop·pel (de; m en v; meervoud: koppels) 1leren band: de politieman had een portofoonhouder aan de koppel 2kop·pel (het; o; meervoud: koppels) 1paar: een pasgetrouwd koppel2een stel, menigte: een koppel ganzen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.