Betekenis 'vertrouwen'

Je hebt gezocht op het woord: vertrouwen.

1vertrouwen (zelfstandig naamwoord) 1confiance v: in vertrouwen en confiance; iem. in vertrouwen nemen se confier à qqn.; vol vertrouwen confiant; met het volste vertrouwen en toute confiance; vertrouwen wekken inspirer confiance 2vertrouwen (onovergankelijk werkwoord) 1(+ op) se fier à 3vertrouwen (overgankelijk werkwoord) 1se fier (à qqn.), avoir confiance (en qqn.): iets niet vertrouwen se méfier de qqch.

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.