Betekenis 'schoen'

Je hebt gezocht op het woord: schoen.

schoen 1chaussure v, soulier m: zijn schoenen aantrekken mettre ses souliers, se chausser; zijn schoenen poetsen cirer ses chaussures; zijn schoenen uittrekken enlever ses souliers, se déchausser; de stoute schoenen aantrekken prendre son courage à deux mains; niet graag in iemands schoenen staan ne pas vouloir être à la place de qqn.; iem. iets in de schoenen schuiven mettre qqch. sur le dos de qqn., faire porter le chapeau à qqn. pour qqch.; stevig in zijn schoenen staan (a) (zeker van zijn zaak zijn) être sûr de son affaire; (b) (niet bezwijken) tenir ferme; (België) in nauwe schoentjes zitten être dans ses petits souliers; ik weet waar de schoen wringt je sais où le bât blesse2(techniek) sabot m, patin m

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.