Betekenis 'openbaar'
Je hebt gezocht op het woord: openbaar.
1openbaar (zelfstandig naamwoord) 1in het openbaar en public
2openbaar (bijvoeglijk naamwoord) 1(publiek) public, -ique: openbaar ambt fonction publique; (België) openbare dienst service public; openbaar onderwijs instruction publique; openbaar vervoer transports en commun; de openbare weg la voie publique2(algemeen bekend) public, -ique, notoire: openbaar maken rendre public, publier
3openbaar (bijwoord) 1en public, publiquement
openbaren 1révéler, dévoiler: zich openbaren se manifester, se déclarer
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.