Betekenis 'hangen'
Je hebt gezocht op het woord: hangen.
hang 1penchant m (à, pour)
hangen 1(bevestigen) (sus)pendre (à), accrocher (à), (bevestigd zijn) être (sus)pendu, pendre, être accroché: als droog zand aan elkaar hangen être décousu; van leugens aan elkaar hangen être un tissu de mensonges; aan de telefoon hangen être pendu au téléphone; aan iem., iets hangen être très attaché à qqn., qqch.; blijven hangen (a) (letterlijk) rester accroché (à qqch.); (b) (te lang blijven) s'attarder; aan een zijden draad hangen ne tenir qu'à un fil; aan iemands hals hangen se pendre au cou de qqn.; het hoofd laten hangen être découragé; (aan telefoon) sorry, ik moet nu hangen désolé, je dois te quitter; aan iemands lippen hangen être suspendu aux lèvres de qqn.; op de bank hangen être affalé sur le canapé; in de lucht hangen (figuurlijk) être dénué de (tout) fondement; zijn tong hangt uit zijn mond il est hors d'haleine2(+ over; overhellen) se pencher (sur)3(+ tegen; overhellen) s'appuyer (contre)4(+ naar; verlangen) désirer ardemment, aspirer
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.