Betekenis 'geweten'
Je hebt gezocht op het woord: geweten.
geweten 1conscience v: om zijn geweten gerust te stellen par acquit de conscience; met een knagend geweten bourrelé de remords; op zijn geweten hebben avoir sur la conscience; een rustig geweten hebben avoir la conscience tranquille; een kwaad geweten hebben avoir mauvaise conscience
1weten (zelfstandig naamwoord) 1connaissance v, science v, savoir m: bij mijn weten pour autant que je sache, à ma connaissance; ik heb het naar mijn beste weten gedaan j'ai fait de mon mieux; buiten mijn weten à mon insu; tegen beter weten in contre toute logique; tegen beter weten hopen espérer contre tout espoir
2weten (werkwoord) 1(bekend zijn met) savoir, connaître: ik weet zijn naam niet je ne connais pas son nom; niet weten ignorer; ik weet er alles van (a) (bevestiging) je suis au courant (de l'affaire); (b) (spijt) je suis payé pour le savoir; ik weet wel beter vous ne m'y prendrez pas; je weet wel beter tu ne penses pas ce que tu dis; zij weten niet beter il ne faut pas leur en vouloir; het altijd beter willen weten en remontrer à tout le monde; dat weet ik nog zo net niet ce n'est pas (aus)si sûr (que cela); Joost mag het weten personne ne le sait, Dieu seul le sait; als je dat maar weet sache-le !; wat niet weet wat niet deert il fait bon vivre et ne rien savoir; weet wat je doet réfléchis bien avant d'agir; heel wat van iets weten avoir de solides connaissances de qqch., (informeel) en savoir un bout sur qqch.; zeker weten! absolument !; iets te weten komen apprendre qqch.; je weet maar nooit sait-on jamais ?; je moet weten sache (bien) que; te weten à savoir; weet ik veel! je n'en sais rien !, tu m'en demandes trop; iets niet willen weten se cacher de qqch.; hij weet er meer van il en sait plus; niets willen weten van ne pas vouloir de; voor zover ik weet à ma connaissance, (pour) autant que je sache2(de gevolgen ondervinden van) ressentir: hij heeft het geweten il l'a bien regretté3(in staat zijn te + onbepaalde wijs) savoir, pouvoir, réussir à: hij wist te vertellen il a pu nous raconter; niets weten te zeggen ne rien trouver à dire; hij weet met iedereen om te gaan il s'entend avec tout le monde; weten te ontsnappen réussir à s'échapper
wijten 1imputer, attribuer, reprocher: te wijten zijn aan être dû à, être imputable à; dat heb je aan jezelf te wijten c'est à toi qu'il faut t'en prendre, c'est ta propre faute
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.