Betekenis 'over'
Je hebt gezocht op het woord: over.
1over (bijvoeglijk naamwoord) 1(voorbij) over, finished: de pijn is al over the pain has gone
2over (bijwoord) 1(van de ene plaats naar de andere) across, over: zij zijn over uit Ankara they are over from Ankara; over en weer back and forth, (van weerskanten) from both sides2(resterend) left, over: als er genoeg tijd over is if there is enough time left; het is over van gisteren that's left over from yesterday; er is 10 euro over there are 10 euros left
3over (voorzetsel) 1(gedurende) over, above: over een periode van … over a period of …2(op, langs, aan de andere kant van) across, over: hij werkt over de grens he works across (of: over) the border; over de heuvels over (of: beyond) the hills; over straat lopen walk around; over de hele lengte all along3(wat betreft) about: de winst over het vierde kwartaal the profit over the fourth quarter4(via) by way of, via: zij communiceren over de mobilofoon they communicate by mobile telephone; zij reed over Nijmegen naar Zwolle she drove to Zwolle via Nijmegen; een brug over de rivier a bridge over (of: across) the river5(wegens) about: verheugd over delighted at (of: with)6(boven, langs iets heen) over, across7(na verloop van) after, in: zaterdag over een week a week on Saturday8(meer, verder dan) over, past: zij is twee maanden over tijd she is two months overdue; tot over zijn oren in de problemen zitten be up to one's neck in trouble; het is kwart over vijf it is a quarter past five; het is vijf over half zes it is twenty-five to six
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.