Betekenis 'slaan'
Je hebt gezocht op het woord: slaan.
1slaan (onovergankelijk werkwoord) 1schlagen: de bliksem is in de toren geslagen der Blitz hat in den Turm eingeschlagen; met de deur slaan die Tür zuschlagen; met de vleugels slaan mit den Flügeln schlagen; over de kop slaan sich überschlagen2(betreffen) sich beziehen (auf): dat slaat op mij! das bezieht sich auf mich!; dat slaat nergens op (a) (heeft er niets mee te maken) das geht völlig daneben; (b) (is waardeloos) das ist unter aller Kritik¶zijn tong slaat dubbel er lallt
2slaan (overgankelijk werkwoord) 1schlagen: (damspel) een schijf slaan einen Stein schlagen; de trommel slaan die Trommel schlagen; iem. in elkaar slaan jmdn. zusammenschlagen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.
