Betekenis 'venu'

Je hebt gezocht op het woord: venu.

venir 1komen: dans les jours à venir in de komende dagen; venir chercher komen halen; venir voir qqn. iem. opzoeken; voir venir qqn. (a) iem. zien aankomen; (b) (figuurlijk) iem. doorhebben; je ne fais qu'aller et venir ik ben zó terug; d' vient que ? hoe komt het dat?; venir à bout de qqch. in iets slagen, iets gedaan krijgen; venir à bout de ses ennemis zijn vijanden ten slotte overwinnen; venir à ses fins zijn doel bereiken; tu serais mal venu à … ze zouden je zien aankomen als je …; alors, ça vient ? komt er nog wat van?; en venir à ertoe komen om; s'il vient à m'appeler mocht hij me bellen; venir en aide à hulp bieden aan; en venir aux coups (of: aux mains) handgemeen worden; où veux-tu en venir ? waar stuur je op aan?2(+ de) komen van (uit), afkomstig zijn van: cette bague lui vient de sa tante zij heeft die ring van haar tante geërfd3(+ de; + onbepaalde wijs) zojuist, pas, net … zijn: vient de paraître zojuist verschenen; il vient de partir hij is net vertrokken 1venu (m), venue (v) 1nouveau venu, nouvelle venue nieuwaangekomene; le premier venu de eerste de beste 2venu, venue (bijvoeglijk naamwoord) 1gekomen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.