Betekenis 'travailler'
Je hebt gezocht op het woord: travailler.
1travailler (onovergankelijk werkwoord) 1werken: travailler d'arrache-pied aan één stuk door werken; travailler en usine in een fabriek werken; faire travailler du personnel personeel in dienst hebben2gisten, (m.b.t. deeg) rijzen
2travailler (overgankelijk werkwoord) 1werken (aan), bewerken: travailler à un roman aan een roman werken2zich oefenen in, instuderen: travailler un morceau de piano een pianostuk instuderen3(figuurlijk) schaven aan, bijschaven: travailler son style zijn stijl bijschaven4verontrusten, achtervolgen: cet accident le travaille dat ongeluk laat hem niet met rust5bewerken, trachten te beïnvloeden
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.