Betekenis 'tire'
Je hebt gezocht op het woord: tire.
tire (v) (informeel)1karretje (auto)¶vol à la tire zakkenrollerij
tiré, tirée 1strak (getrokken), (m.b.t. haar) strak naar achteren gekamd: être tiré à quatre épingles piekfijn gekleed zijn2(m.b.t. grendel) weggeschoven3gedrukt: un tiré à part een overdruk4afgeschoten5(+ de) ontleend (aan)6(+ de) gered (uit, van), afgeholpen (van)7vermoeid en vermagerd: avoir les traits tirés er moe uitzien
1tirer (onovergankelijk werkwoord) 1trekken (ook van motor, schoorsteen): (België) ça tire het tocht; tirer sur trekken aan; tirer à la corde touwtrekken; journal qui tire à trois cent mille een krant met een oplage van 300.0002trekken, gaan, lopen, weggaan: tirer à conséquence (a) van belang zijn; (b) ernstige gevolgen hebben; tirer à sa fin ten einde lopen; tirer au flanc lijntrekken; tirer en longueur eindeloos duren3(+ sur) lijken op4(+ après; België) lijken op5(+ sur) schieten (op): tirer à l'arc boogschieten; tirer dessus erop schieten; se faire tirer dessus beschoten worden
2tirer (overgankelijk werkwoord) 1trekken (aan), halen, aantrekken, aanhalen, dicht-, open-, optrekken, slepen: tirer les cheveux aan de haren trekken; se faire tirer les cartes zich de kaart laten leggen; tirer son chapeau à (figuurlijk) zijn hoed afnemen voor; tirer la langue zijn tong uitsteken; tirer (qqch.) au sort loten; (figuurlijk) se faire tirer l'oreille zich lang laten bidden en smeken; tirer le rideau het gordijn open-, dichttrekken; tirer le verrou de deur op slot doen; (België) tirer une tête (a) een lang gezicht zetten; (b) mokken; (België) tirer son plan zich eruit redden2trekken uit, halen uit, onttrekken, aftroggelen: tirer d'affaire (of: d'embarras) uit de nood helpen, eruit redden; tirer une conséquence een gevolgtrekking maken; tirer de l'erreur uit de droom helpen; tirer parti (of: avantage) profiteren, gebruikmaken van; tirer des sons d'(un instrument) tonen ontlokken aan3afvuren, afschieten, lanceren, schieten (op), jagen op: tirer un feu d'artifice een vuurwerk afsteken; tirer à blanc met een losse flodder schieten4(af)drukken: tirer à mille exemplaires een oplage maken van 1000 exemplaren; tirer à part overdrukken; tirer des photos foto's afdrukken; tirer le portrait de qqn. een plaatje schieten van iem.5aftappen: tirer au clair (figuurlijk) onderzoeken, ophelderen; quand le vin est tiré, il faut le boire wie a zegt moet ook b zeggen
se 3tirer (wederkerend werkwoord) 1getrokken worden, (typografie) gedrukt worden2(informeel) 'm smeren3(+ de) zich redden uit, uitkomen: se tirer d'affaire (of: d'embarras) zich eruit redden, zich erdoor slaan; s'en tirer (a) te boven komen (van een ziekte); (b) het er levend afbrengen, zich eruit redden
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.