Betekenis 'suit'

Je hebt gezocht op het woord: suit.

suit derde persoon enkelvoud van 1suivre 1suivre (overgankelijk werkwoord) 1volgen, nagaan, vergezellen, ver-, op-, navolgen, komen na, (kunnen) bijhouden, bijblijven: suivre une affaire een zaak in de gaten houden; suivre son chemin zijns weegs gaan; suivre du regard nakijken; suivre un conseil een advies opvolgen; suivre l'actualité de actualiteit volgen; suivre un régime op dieet zijn; à suivre wordt vervolgd; ce qui suit het volgende; comme suit als volgt; faire suivre le courrier de post doorsturen; suivre son cours zijn loop nemen, hebben; (communicatiemedia) suivre qqn. iem. volgen2bijwonen: suivre un (of: des cours) (a) college lopen; (b) een cursus volgen se 2suivre (wederkerig werkwoord) 1op elkaar volgen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.