Betekenis 'ressort'
Je hebt gezocht op het woord: ressort.
ressort (m) 1veer, springveer, beweegreden, geest-, veerkracht, fut: sans ressort slap, futloos; manquer de ressort geen veerkracht hebben2ressort, gebied, instantie, bevoegdheid: être du ressort de vallen onder; en dernier ressort (a) in laatste instantie; (b) ten slotte
1ressortir (onovergankelijk werkwoord; vervoegd als dormir: je ressors enz.) 1weer uitgaan, weer naar buiten gaan (komen)2(duidelijk) uitkomen, uit-, afsteken: faire ressortir qqch. iets goed laten uitkomen, iets onderstrepen3(+ de) volgen (uit), blijken (uit): il en ressort que daaruit volgt dat
2ressortir (overgankelijk werkwoord; vervoegd als dormir: je ressors enz.) 1weer tevoorschijn halen
3ressortir (onovergankelijk werkwoord; vervoegd als finir: je ressortis enz.) 1(+ à) ressorteren, vallen (onder)2(+ à) raken, aangaan, betreffen, behoren tot
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.