Betekenis 'petit'
Je hebt gezocht op het woord: petit.
1petit (m), petite (v) 1(de, het) kleine, benjamin, kind: le petit dernier de jongste, de benjamin2jong (van een dier): faire des petits (a) jongen (werpen); (b) (figuurlijk) zich vermenigvuldigen
2petit, petite (bijvoeglijk naamwoord) 1klein, gering, kort, onbeduidend, kleingeestig, bekrompen: petites classes lagere klassen; petit(e) ami(e) vriendje, vriendinnetje; petit vieux oud mannetje; (hartelijk) mon petit gars lieve jongen; mon petit lieverd; (neerbuigend) mon petit monsieur meneertje; une petite minute ! ogenblikje!; au petit jour 's morgens heel vroeg, bij het krieken van de dag; être aux petits soins pour qqn. iem. met veel zorg omringen
3petit (bijwoord) 1een beetje: petit à petit langzamerhand, stap voor stap, beetje bij beetje; en petit in het klein
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.