Betekenis 'laver'
Je hebt gezocht op het woord: laver.
1laver (overgankelijk werkwoord) 1wassen, afwassen, spoelen: laver à grande eau schrobben; (figuurlijk) laver son linge sale en famille zijn vuile was niet buiten hangen; (figuurlijk) laver la tête à qqn. iem. de oren wassen, (België) iem. een bolwassing geven2(figuurlijk) uitwissen, vrijpleiten, zuiveren: laver une injure een belediging wreken; laver qqn. de qqch. iem. van iets vrijpleiten
se 2laver (wederkerend werkwoord) 1zich wassen: se laver les dents zijn tanden poetsen; je m'en lave les mains ik was mijn handen in onschuld2zich vrijpleiten, zich rechtvaardigen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.