Betekenis 'couvert'
Je hebt gezocht op het woord: couvert.
1couvert (m) 1logies, onderdak: le vivre et le couvert kost en inwoning; (figuurlijk) sous le couvert de (a) onder verantwoordelijkheid van; (b) onder voorwendsel van2bestek: mettez deux couverts dek voor twee personen
2couvert, couverte (bijvoeglijk naamwoord) 1bedekt, gedekt, met zijn hoed op: à mots couverts in bedekte termen; piscine couverte overdekt zwembad; temps couvert bewolkt (weer); couvert de taches onder de vlekken; tout couvert de bezaaid met; bien (of: chaudement) couvert warm gekleed
1couvrir (overgankelijk werkwoord) 1(+ de) (be)dekken (met): couvrir une distance een afstand afleggen; couvrir une surface een oppervlakte beslaan2kleden3(+ de) overladen (met)4beschutten, beschermen5kaften6dekken (kosten)7verslaan: couvrir les élections de verkiezingen verslaan8verbergen
se 2couvrir (wederkerend werkwoord) 1(warme) kleren aandoen2betrekken (van de lucht): (ook figuurlijk) le ciel se couvre de lucht betrekt, het ziet er somber uit3(+ de) zich overladen (met): se couvrir de gloire zich met roem overladen; se couvrir de ridicule zich bespottelijk maken4zich indekken (tegen verlies, risico)5zich verschuilen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.