Betekenis 'courant'
Je hebt gezocht op het woord: courant.
1courant (m) 1stroom, loop: courant d'air tocht, luchtstroom; courant alternatif wisselstroom; couper le courant de stroom uitschakelen; courant électrique stroom; être (of: mettre) au courant op de hoogte zijn (of: brengen); dans le courant de in de loop van; le courant passe entre nous het klikt tussen ons
2courant, courante (bijvoeglijk naamwoord) 1vloeiend, stromend2lopend: affaires courantes lopende zaken; compte courant rekening-courant; le 10 courant de tiende van deze maand; courant avril in de loop van april3gangbaar, gewoon: langage courant omgangstaal
1courir (onovergankelijk werkwoord) 1hardlopen, hollen, vliegen, rennen: courir après (qqn., qqch.) nalopen, najagen; qu'est-ce qui vous fait courir ? wat beweegt u?; en courant in haast, snel; laisser courir op zijn beloop laten; courir à sa ruine zijn ondergang tegemoet gaan2lopen (van trein, rivieren enz.): le bruit court het gerucht gaat; par les temps qui courent vandaag de dag, tegenwoordig
2courir (overgankelijk werkwoord) 1meedoen aan (een wedstrijd)2jacht maken op3zich blootstellen aan: courir un danger gevaar lopen4veel bezoeken, aflopen5najagen: courir un prix meedingen naar een prijs6doorkruisen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.