Betekenis 'warm'
Je hebt gezocht op het woord: warm.
1warm (zelfstandig naamwoord) 1warmte: come in and have a warm! kom binnen en warm je wat!
2warm (bijvoeglijk naamwoord) 1warm (ook figuurlijk), innemend: warm greetings hartelijke groeten; give a warm welcome to hartelijk welkom heten; keep a place warm for s.o. een plaats voor iem. openhouden2warmbloedig, hartstochtelijk, vurig: a warm supporter een vurig aanhanger3verhit (ook figuurlijk), geanimeerd, heftig: a warm discussion een geanimeerde discussie¶make things warm for s.o. (a) het iem. moeilijk maken; (b) iem. straffen
3warm (onovergankelijk werkwoord) 1warm worden (ook figuurlijk), in de stemming (ge)raken: warm to (of: toward(s)) s.o. iets gaan voelen voor iem.
4warm (overgankelijk werkwoord) 1(ver)warmen2opwarmen (ook figuurlijk), warm maken
1warm up (onovergankelijk werkwoord) 1warm(er) worden (ook figuurlijk), op temperatuur komen, (figuurlijk) in de stemming raken2(sport) een warming-up doen, de spieren losmaken
2warm up (overgankelijk werkwoord) 1opwarmen (ook figuurlijk), warm maken, in de stemming brengen2(ver)warmen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.