Betekenis 'upset'
Je hebt gezocht op het woord: upset.
1upset (zelfstandig naamwoord) 1omverwerping, verstoring, totale ommekeer2ontsteltenis: Sheila has had a terrible upset Sheila heeft een flinke klap gekregen3lichte (maag)stoornis4(sport) verrassende nederlaag (wending)
2upset (bijvoeglijk naamwoord) 1van streek, overstuur, geërgerd
3upset (onovergankelijk werkwoord; upset, upset) 1omkantelen, omslaan, omvallen2overlopen3verstoord worden, in de war raken
4upset (overgankelijk werkwoord; upset, upset) 1omstoten, omverwerpen, omgooien2doen overlopen3in de war sturen, verstoren, van zijn stuk brengen: a very upsetting experience een heel nare ervaring4ziek maken, van streek maken (de maag)
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.