Betekenis 'tip'
Je hebt gezocht op het woord: tip.
1tip (zelfstandig naamwoord) 1tipje, topje, punt, filter (van sigaret), pomerans (van biljartkeu): the tip of the iceberg het topje van de ijsberg2stort, stortplaats, (figuurlijk) zwijnenstal3fooi4tip, raad: give s.o. a tip on iem. een tip geven over5tik(je), duwtje¶have sth. on the tip of one's tongue iets voor op de tong hebben liggen
2tip (onovergankelijk werkwoord) 1kiep(er)en, kantelen: these bunks tip up deze slaapbanken klappen omhoog2omkantelen: tip over omvallen3fooien uitdelen
3tip (overgankelijk werkwoord) 1doen overhellen: tip sth. up iets schuin houden2doen omslaan, omvergooien: tip over omgooien3(weg)kieperen4overgieten5aantikken, eventjes aanraken6tippen, (als fooi) geven7tippen, als kanshebber aanwijzen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.