Betekenis 'sugar'
Je hebt gezocht op het woord: sugar.
1sugar (zelfstandig naamwoord) 1suiker2schat(je), liefje3zoete woordjes, vleierij
2sugar (overgankelijk werkwoord) 1zoeten, suiker doen in2aangenamer maken, verzoeten: sugar the pill de pil vergulden
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.