Betekenis 'stiff'
Je hebt gezocht op het woord: stiff.
1stiff (zelfstandig naamwoord) 1(informeel) lijk, dooie
2stiff (bijvoeglijk naamwoord) 1stijf, stug, gereserveerd2vastberaden, koppig: put up (a) stiff resistance hardnekkig weerstand bieden3stram, stroef: a stiff neck een stijve nek4zwaar, moeilijk, lastig: a stiff climb een flinke klim(partij)5sterk, stevig, krachtig: a stiff breeze een stevige bries6(te) groot, overdreven, onredelijk: stiff demands pittige eisen7sterk (alcoholische drank): a stiff drink een stevige borrel¶keep a stiff upper lip zich flink houden, geen emoties tonen
3stiff (bijwoord) 1door en door, intens: bore s.o. stiff iem. gruwelijk vervelen; scare s.o. stiff iem. de stuipen op het lijf jagen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.