Betekenis 'range'

Je hebt gezocht op het woord: range.

1range (zelfstandig naamwoord) 1rij, reeks, keten: a range of mountains een bergketen2woeste (weide)grond3schietterrein, testgebied (van raketten, projectielen)4gebied, kring, terrein5sortering, collectie, assortiment6groot keukenfornuis7bereik, draagkracht, draagwijdte: the man had been shot at close range de man was van dichtbij neergeschoten; long-range missile langeafstandsraket; (with)in range binnen schootsafstand, binnen bereik 2range (onovergankelijk werkwoord) 1zich uitstrekken2voorkomen (van plant, dier), aangetroffen worden3verschillen, variëren: ticket prices range from three to eight pound de prijzen van de kaartjes liggen tussen de drie en acht pond4zwerven, zich bewegen, gaan: his new book ranges over too many subjects zijn nieuwe boek omvat te veel onderwerpen 3range (overgankelijk werkwoord) 1rangschikken, ordenen, (op)stellen2doorkruisen, zwerven over, aflopen, (figuurlijk) afzoeken, gaan over: his eyes ranged the mountains zijn ogen zochten de bergen af3weiden, hoeden, houden

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.