Betekenis 'out'
Je hebt gezocht op het woord: out.
1out (bijvoeglijk naamwoord) 1uit (van apparatuur)2voor uitgaande post: out box (of: tray) brievenbak voor uitgaande post
2out (bijwoord) 1(plaats, richting; ook figuurlijk; ook sport) uit, buiten, weg: inside out binnenste buiten; out in Canada daarginds in Canada2buiten bewustzijn, buiten gevecht, in slaap, dronken3niet (meer) in werking, uit4uit, openbaar, tevoorschijn: the sun is out de zon schijnt; out with it! vertel op!, zeg het maar!, voor de dag ermee!5ernaast (bij schattingen)¶out and about (weer) op de been, eropuit; out and away veruit; she is out for trouble ze zoekt moeilijkheden
3out (voorzetsel) 1(geeft richting aan) uit, naar buiten: from out the window vanuit het raam
4out (overgankelijk werkwoord) 1(boksen) knock-out slaan2(informeel) outen (publiekelijk verklaren dat iem. homoseksueel is)
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.