Betekenis 'order'

Je hebt gezocht op het woord: order.

1order (zelfstandig naamwoord) 1orde, stand, rang, (sociale) klasse, soort, aard: order of magnitude orde (van grootte); in the order of in de orde (van grootte) van, ongeveer, om en (na)bij2(rang)orde, volgorde, op(een)volging: in alphabetical order alfabetisch gerangschikt; in order of importance in volgorde van belangrijkheid3ordelijke inrichting, orde(lijkheid), ordening, geregeldheid, netheid, (militair) opstelling, stelsel, (maatschappij)structuur: in good order piekfijn in orde; out of order defect, buiten gebruik4(dag)orde, agenda, reglement (van vergadering, bijeenkomst enz.): call s.o. to order iem. tot de orde roepen; be out of order (a) buiten de orde gaan (van spreker); (b) (nog) niet aan de orde zijn5orde, tucht, gehoorzaamheid: keep order de orde bewaren6(klooster)orde, ridderorde7bevel, order, opdracht, instructie: on doctor's orders op doktersvoorschrift8bedoeling, doel: in order to om, teneinde9bestelling, order: be on order in bestelling zijn, besteld zijn10(financiën) (betalings)opdracht, order(briefje): postal order postwisselorders are orders (een) bevel is (een) bevel; made to order op bestelling gemaakt, (figuurlijk) perfect 2order (onovergankelijk werkwoord) 1bevelen, het bevel hebben2bestellen, een order plaatsen 3order (overgankelijk werkwoord) 1ordenen, in orde brengen, (rang)schikken2(een) opdracht geven (om), het bevel geven (tot), verzoeken om, voorschrijven (van dokter): he ordered the troops to open fire hij gaf de troepen bevel het vuur te openen3bestellen, een order plaatsen voororder s.o. about (of: around) iem. (steeds) commanderen, iem. voortdurend de wet voorschrijven order out 1wegsturen, de deur wijzen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.