Betekenis 'once'
Je hebt gezocht op het woord: once.
1once (bijwoord) 1eenmaal, eens, één keer: once again (of: more) opnieuw, nog eens; once too often één keer te veel; once or twice zo nu en dan, van tijd tot tijd; (all) at once tegelijk(ertijd), samen; (just) for (this) once (voor) deze ene keer; once and for all voorgoed, definitief, voor de laatste keer; once in a while een enkele keer; he only said it the once hij zei het maar één keer2vroeger, (ooit) eens: the once popular singer de eens zo populaire zanger; once upon a time there was … er was eens …¶at once onmiddellijk, meteen; all at once plots(eling), ineens, opeens
2once (voegwoord) 1eens (dat), als eenmaal, zodra: once you are ready, we'll leave zodra je klaar bent, zullen we gaan
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.