Betekenis 'off'

Je hebt gezocht op het woord: off.

1off (bijvoeglijk naamwoord) 1vrij: my husband is off today mijn man heeft vandaag vrij2minder (goed), slecht(er): her singing was a bit off tonight ze zong niet zo best vanavond3verder (gelegen), ver(ste)4rechter(-) (kant van paard, voertuig), rechts5rustig, stil: during the off season buiten het (hoog)seizoen6(hoogst) onwaarschijnlijk: off chance kleine kans7bedorven (van voedsel), zuur: this sausage is off dit worstje is bedorven8van de baan, afgelast, uitgesteld: the meeting is off de bijeenkomst gaat niet door9weg, vertrokken, gestart: get off to a good start goed beginnen10uit(geschakeld), buiten werking, niet aan: the water is off het water is afgesloten11mis, naast: his guess was slightly off hij zat er enigszins naast 2off (bijwoord) 1verwijderd, weg, (er)af, ver, hiervandaan: three miles off drie mijl daarvandaan; send off a letter een brief versturen2af, uit, helemaal, ten einde: a day off een dagje vrij; kill off uitroeien; turn off the radio zet de radio af3ondergeschikt, minder belangrijk: 5% off met 5% kortingoff and on af en toe, nu en dan; be well (of: badly) off rijk (of: arm) zijn 3off (voorzetsel) 1van, van af: he got off the bus hij stapte uit de bus2van de baan, van … af, afgestapt van: off duty vrij (van dienst), buiten dienst; I've gone off fish ik lust geen vis meer3van … af, naast, opzij van, uit: it was off the mark het miste zijn doel (ook figuurlijk); an alley off the square een steegje dat op het plein uitkomt4onder, beneden, achter zijn, minder dan: a year or two off sixty een jaar of wat onder de zestig

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.