Betekenis 'nark'
Je hebt gezocht op het woord: nark.
1nark (zelfstandig naamwoord) 1verklikker, tipgever
2nark (overgankelijk werkwoord) 1kwaad maken, irriteren: she felt narked at (of: by) his words zijn woorden ergerden haar
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.